Good Old Portje Douglas

11 augustus 2014 - Port Douglas, Australië

Tussen 11 augustus en 24 november heb ik gewoond en gewerkt in Port Douglas. Bij toeval ben ik hier terecht gekomen omdat Tina, de vrouw waar Renske en ik gingen Wwooffen, ons hier naar bracht. Deze plek gaf me vanaf het begin al het gevoel dat ik hier wel een tijdje wou verblijven en dat dit wel een goede plek leek voor een baantje. Maar wat nog veel belangrijker was is dat ik eigenlijk vanaf de eerste avond dat ik naar het rokersterrasje ging al heel toffe mensen heb leren kennen waarvan 2 van mijn beste vrienden hier, James en Graham. Beide uit Engeland. Naast deze lui waren er zeker nog meer lieve, lachen mensen die ik heb ontmoet en die ik al vriend kan beschouwen: Freddie, een wous uit Zweden maar met een goed hart. Jamie met Pet en Jamie met lang haar, al dronk deze laatste als een alcoholist, toch een beste vent. Shyanne, uit Amerika, die ik eerder in Cairns met Uncle Brians dagtrip ontmoette en vervolgens opeens in dit hostel zat. Elena, een leuke lieve meid die op een boot werkt en dus elke dag op het reef is. De Fransen meiden (Audrey, Amber, Alexia en nog wat), ook al klieken de fransen veel met elkaar, heb ik toch maanden met ze opgeschoten en in 1 hostel geleefd. Paul, onze afro man. Die in het hostel zat te wachten op mij zodat hij me goodbye kon zeggen om 3:15 in de morgen, toen ik vertrok uit Port.

En nog veel meer mensen die gekomen en gegaan zijn.

Nu aan het eind van mijn tijd in Port Douglas moet ik zeggen dat het hostel aardig dood is. Al sinds een aantal weken, maar +-2 weken geleden vertrokken ook Luke, Laura, Jamie met pet en Graham. Ook al zijn er nog wat andere lui, het is niet meer zoals het was en het is goed dat ik ook door ga. Het is gaaf om te merken hoeveel je naar elkaar kan toetrekken in een (relatief) korte tijd. en ik moet dan ook zeggen dat ik zeker een aantal lui mis. Ik ben enorm dankbaar voor deze ervaring, nog niet eerder heb ik lang in een hostel, of op een plek in Australia verbleven. De mensen maakte de Parrotfish geweldig, ondanks dat Todd (ook wel Toad genpoemd) een rare vent is. Port Douglas; kampvuren op het strand met groepen backpackers, bijna altijd heet, soms te heet en humid als je het mij vraagt. Een raar klein dorpje wat eigenlijk volledig runt op toerisme. Wat niet gek is want Port Douglas en omgeving is mooi. Naast het Daintree rainforest. Naast het Great Barrier Reef. Of hoe de Ozzies het zeggen: ‘Where the reef meets the forest’.

In de haven en de rivieren zwemmen krokodillen, aan de andere kan van het peninsula wordt er gewoon in de zee gezwommen. Ondanks dat er nu en dan een krokodil wordt gespot. Port Douglas, met je happpy hours. Happy hour 9 tot 10 pm in Paddy’s de Ierse Pub, 10 tot 11 in Rattle and hum, 11 tot 12 in die plek waar ik de naam van vergeet want daar ging ik amper heen en dan als enige optie na 12en: Iron Bar. Al klinkt het gaaf, na een paar keer heb je het wel gehad. Niet dat je dan niet meer gaat, maar het is toch niet alles deze ijzeren bar. En dan de volgende dag wederom tot de conclusie komen dat je zo’n 100 dollar aan alcohol hebt uitgegeven. Niet omdat je meer drinkt dan in Nederland. Gewoon omdat drinken hier niet te betalen is.

Werken. Bijna elke backpacker werkt hier. In hospitality. Housekeeping, barwerk, restaurant, winkels, noem het maar op. Runt 90% op backpackers. Mijn baan was kitchenhand. Na bijna 2 weken op zoek te zijn geweest naar een baan had ik de hoop af en toe wel een beetje laten varen. En toen opeens door toch door te blijven zoeken, elk hotel en resort binnen gelopen te hebben, had ik een baan. In het Hi tide restaurant, onderdeel van het 4,5 sterren Peninsula Boutique hotel. De bazin was een beetje een borderliner. Alle andere lui waren prima tot gaaf. Mijn taken hier waren: dishwashen, met een machine dus dat was prima. In de ochtenden soms wat druk, in de avond altijd vrij rustig. Verder, binnen komende waren opruimen, in containers doen, labellen en in de koelkast/ vriezer doen. De keuken schoon houden. Waterflessen vullen, soms een salade of een ijsje maken. Ik leerde hier een beetje koffie maken, wat me wel handig leek voor eventuele latere baantjes. Al ben ik nog geen Thomas Kruse.

In de laatste weken heb ik nog even 2 weken in Ijssalon Wicked gewerkt. Een leuk extraatje en een meer dan prima baantje. 42 verschillende soorten ijs jawel. Ijskoffie, milkshakes, alles aan de washand. Toen ze hoorde dat ik hem binnenkort smeerde verdiende ik wel opeens 5 dollar per uur minder. Maar ja dat kan ik ze eigenlijk niet kwalijk nemen aangezien ik gezegd had dat ik nog wel ‘even een tijd zou blijven’. Toch zo’n 650 dollar extra naar binnen geharkt weet je niet.

De 25ste van november was het na 3,5 maand toch de tijd om de vlucht richting Brisbane te nemen om vandaar de airtrain naar Nerang te nemen. Daar zou de eigenares van de farm te Mount Tamborine mij oppikken en naar haar farm brengen. Hoe gaaf dit allemaal was leest u… de vooooolgende keer!

Foto’s